Auto’s veranderen, de wereld verandert, dus de APK moet mee. Maar hoe? Hoe ziet de toekomst van de APK eruit? Welke nieuwe eisen mogen we verwachten? Welke investeringen? Is het Nederlandse systeem houdbaar? Gaan auto’s straks permanent data delen met de RDW? En is een fysieke APK dan nog wel nodig?

De toekomst van de APK wordt voor een belangrijk deel bepaald in Europa. Namens de RDW volgt Geert Konings de ontwikkelingen daar. Hij legt uit dat de Europese APK-richtlijn, de 2014/45/EU, dateert van 2014. Samen met richtlijnen voor de registratie van kentekenbewijzen en voor wegkantcontroles vormt die richtlijn het zogenoemde EU RoadWorthiness Package (RWP).

In 2014 is afgesproken dat het RWP na vijf jaar geëvalueerd en daarna herzien moest worden. Die evaluatie heeft wat langer op zich laten wachten, maar met de EU-doelstelling van nul verkeersdoden en nul CO2-uitstoot van het verkeer in 2050 in het achterhoofd, is eind 2021 dan toch een herziening van het RWP aangekondigd.

Position paper over toekomst van de APK

Daarop zijn in Nederland experts van de RDW en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat gaan nadenken over wat zij belangrijk vinden voor de toekomst van de APK. Begin dit jaar publiceerden zij een zogenoemd position paper waarin in hoofdlijnen staat hoe wij in Nederland de toekomst van de APK zien, en wat dus de Nederlandse positie ten aanzien van het RWP is.

“Belangrijk voor ons is dat we een kwalitatief goede APK hebben”, zegt Konings. “Voertuigen moeten voldoen aan milieu- en veiligheidseisen. Maar de APK moet ook een voor consumenten laagdrempelig systeem zijn.” De balans daartussen noemt hij de proportionaliteit van de APK: “Lidstaten met grote centrale keuringsinstellingen staan daar anders in. Daar is de neiging om maar zoveel mogelijk te controleren in die APK. Wij houden ook de betaalbaarheid in het oog en gaan voor een proportionele APK.”